Astma

 

Ademhalen
Ieder mens haalt vele malen per dag adem. Een volwassene wel zo’n 12 tot 15 maal per minuut. Ele dag stroomt tienduizend liter lucht via mond en neus naar de longen en terug.
Bij inademen stroomt de lucht door de keel en de luchtpijp naar de longen. In de longen vertakt de luchtpijp zich tot steeds kleinere buisjes. Aan het einde van die buisjes zijn fijne blaasjes: de longblaasjes. De longen bestaan uit miljoenen blaasjes. In de kleinste luchtwegen en in de longblaasjes vindt de luchtverversing van ons lichaam plaats. Het bloed brengt de zuurstof naar alle delen van het lichaam.

Cara (Chronische Aspecifieke Respiratoire Aandoeningen) is een verzamelnaam voor chronische aandoeningen van de luchtwegen. Dat zijn chronische bronchitis, longemfyseem en astma.
Mensen die hieraan lijden hebben gevoelige luchtwegen. Doordat zij in contact komen met bepaalde prikkels ontstaat er een vernauwing van de luchtwegen en wordt de ademhaling moeilijker. Ze kunnen dan last krijgen van kortademigheid (benauwdheid), hoesten, een piepende ademhaling en soms zelfs het opgeven van slijm. Meestal kan je aan mensen die cara hebben niet zien dat ze er aan lijden. Wanneer mensen niet weten dat je aan cara lijdt, dan kan dat tot onbegrip leiden. Daarom kan het wel eens belangrijk zijn dat je vertelt dat je cara hebt. 
Mensen met chronische bronchitis en longemfyseem hebben bijna altijd klachten. Bij chronische bronchitis zijn de luchtwegen steeds geïrriteerd. Bij longemfyseem zijn de longblaasjes beschadigd. In beide gevallen moet men veel hoesten en heeft men veel last van kortademigheid, een piepende ademhaling en vermoeidheid.
Bij astma is er sprake van plotselinge aanvallen van kortademigheid en benauwdheid. 
Bij een astma-aanval trekken de spieren van de bronchiën (= luchtbuisjes van de longen) zich krampachtig samen. Hierdoor wort het inademen maar vooral het uitademen moeilijker.
Bij die aanvallen kunnen allergieën een rol spelen. Een aanval kan kort duren maar ook langer. In de periode tussen de aanvallen heeft met meestal geen last. Soms verminderen of verdwijnen de klachten en aanvallen, maar soms kan het na jaren weer terugkomen. Totale genezing is niet mogelijk.

Wie hebben er last van
Ongeveer één op de tien mensen heeft last van cara. Dat zijn 1,6 miljoen Nederlanders. Slechts een klein deel van de Nederlanders gaat met klachten naar de huisarts. Een groot aantal mensen wordt dus niet behandeld. Astma komt steeds vaker voor. Het is de meest voorkomende chronische aandoening bij kinderen. 1 tot 2 % van de wereldbevolking lijdt aan astma.
Hoe het komt dat de een wel klachten heeft en de ander niet is niet duidelijk. Wel is duidelijk dat er een bepaalde aangeboren aanleg kan zijn en dat prikkels van buitenaf klachten kunnen veroorzaken.
Astma komt anderhalf keer zo vaak voor bij mannen dan bij vrouwen. Dit komt vooral doordat mannen meer roken dan vrouwen.

Prikkelende stoffen
Mensen met cara reageren op bepaalde prikkelende stoffen sterker en sneller dan andere mensen. Ze kunnen het benauwd krijgen door bijvoorbeeld tabaksrook, parfum, sprays (deodorant, haarlak), verf en/of schoonmaakmiddelen, zoals chloor. 
Veel astmapatiënten zijn allergisch voor bijvoorbeeld huisdieren, huisstof(mijten) en stuifmeel. 
Ook kan inspanning door bijvoorbeeld sport en het weer (koude lucht, mist, temperatuurswisseling) prikkelend werken op de luchtwegen. Griep en verkoudheid verhogen de prikkelbaarheid. Ook emoties, spanning en stress kunnen de astmaklachten verergeren.

Medicijnen
Het is belangrijk dat mensen met astma zo snel mogelijk behandeld worden. Daardoor wordt de astma afgeremd en het risico om onherstelbare schade aan de luchtwegen verkleind.
Prikkels vermijden is niet altijd gemakkelijk en ook niet altijd mogelijk. Daarom heeft een groot aantal carapatiënten dagelijks medicijnen nodig. Er bestaan verschillende soorten medicijnen. De belangrijkste en meest gebruikte zijn ontstekingsremmers en luchtwegverwijders. Aan die medicijnen kan je niet verslaafd raken.
Ontstekingsremmers (bijvoorbeeld Becotide) maken de luchtwegen minder prikkelbaar en beschermen de gevoelige luchtwegen. Patiënten gebruiken die medicijnen elke dag, ook als er geen klachten zijn.
Luchtwegverwijders zorgen er voor dat de vernauwde luchtwegen weer wijder worden. Zo kan de patiënt weer vrij snel lucht krijgen. Kortwerkende luchtwegverwijders (bijvoorbeeld Atrovent en Ventolin) gebruik je wanneer je kortademig bent of om inspanningsastma te voorkomen en ze werken ongeveer 6 uur. Er bestaan ook luchtwegverwijders die langer werken; die zijn voor mensen die vaak ’s nachts klachten hebben.
Inhaleren: De meeste medicijnen kunnen via een apparaatje ingeademd (geïnhaleerd) worden. Het inhaleren heeft voordelen boven het nemen van pillen of drankjes omdat het medicijn direct in de luchtwegen komt en dus sneller werkt en er minder nodig is. Ook zijn er minder bijwerkingen dan wanneer je bijvoorbeeld tabletten moet nemen. Inhaleren is dus een goede manier om er voor te zorgen dat de medicijnen op de juiste plaats terechtkomen.
Het is belangrijk dat het inhaleren op de goede manier gebeurt.
Er zijn verschillende apparaten om te inhaleren. Bij een verstuiver is langzaam inademen en de adem 5-10 tellen vasthouden heel belangrijk. Tegelijk met het inademen moet je het spuitbusje indrukken.
Bij een poederinhalator gaat het om krachtig inhaleren en de adem 5 tellen vasthouden.
Bij een verstuiver met inhalatiekamer en bij een vernevelapparaat moet je een paar keer rustig in- en uitademen.
Zie hierover evt meer in folder Inhaleren van het Astma fonds.

Naast luchtwegverwijders of ontstekingsremmers kan de arts nog andere medicijnen voorschrijven, zoals anti-allergie middelen (neusspray, oogdruppels, tegen eczeem of hooikoorts), antibiotica of de griepprik.




Alternatieve behandelingen
Hieronder verstaat het Astma Fonds alle vormen van onderzoek en behandeling die niet aan de Nederlandse universiteiten worden onderwezen en waarvan de toegepaste methoden en technieken niet berusten op de gangbare reguliere geneeskunde. Veel mensen met astma voelen zich door zo’n behandeling beter of hebben minder gewone medicijnen nodig. Alternatieve behandelaars kijken niet alleen naar de astma-klachten maar ook naar andere zaken, zoals eetpatroon, leefgewoonten en de geestelijke toestand van de patiënt. Zij hebben vaak ook meer tijd om aandacht aan een patiënt te besteden. Soms zijn alternatieve behandelaars ook gewoon regulier arts.
Behandelingen die astma-patiënten kunnen helpen zijn:
Acupunctuur. De bedoeling hiervan is om met behulp van naalden het energie-evenwicht in het lichaam te herstellen wanneer dat door ziekte verstoord is.
Ademtherapie. Deze therapie is om de natuurlijke adembeweging en het natuurlijk lichaamsgevoel te herstellen. Astmapatiënten leren de signalen van een beginnende benauwdheid te herkennen en kunnen dan een aanval voorkomen.
Antroposofie. Naast erfelijke aanleg wordt gekeken of iemand goed voor zichzelf zorgt en tijd neemt voor beweging en ontspanning. Van belang zijn onder andere voedingsvoorschriften en bewegingstherapie. 
Homeopathie. Homeopaten kijken niet alleen naar de ziekte maar ook naar slaapritme, eetgewoontes, temperatuur en gedrag van de mensen. Vaak worden door de homeopathische medicijnen de klachten eerst erger en kunnen daarna de astma-aanvallen verminderen.
Natuurgeneeswijzen. Er zijn vele soorten natuurgeneeswijzen zoals voedingstherapieën, massages, kruiden- en lichtbehandelingen. Volgens natuurgenezers hangen ziekten samen met verkeerde voedings- en leefgewoonten waardoor zich allerlei afvalstoffen in het lichaam ophopen. De behandeling moet er voor zorgen dat de afvalstoffen uit het lichaam weggaan.
Yoga. Door yoga kan je venwicht in je leven krijgen. Sommige vormen van yoga zorgen voor een goede lichaamshouding, een goede ademhaling en het verminderen van spanning. Van yoga wordt je heel rustig en dat heeft een heel goed effect op je lichaam, waardoor de astma-aanvallen verminderen.

Wat te doen bij een aanval
Veel patiënten voelen zich niet prettig als ze benauwd worden waar andere mensen bij zijn. Ze gaan dan het liefste weg of naar het toilet om hun medicijnen te nemen.
Wat kunnen mensen doen die zien dat iemand een aanval heeft? Blijf in de buurt en rustig, accepteer dat de patient aan de kant gaat zitten tijdens het sporten of inspannende karweitjes laat liggen en reageer normaal als medicijnen ingenomen worden.
Als de benauwdheidklachten ook na inhaleren niet verbeteren dan moet contact opgenomen worden met een arts.

Astma en sport
Astma is een goede reden om te sporten. Van sport en beweging wordt je fitter. Je uithoudingsvermogen neemt toe en je voelt je beter. Je krijt ook een betere controle over je ademhaling, de longinhoud kan toenemen en je ademhalingsspieren worden sterker.
Om uithoudingsvermogen op te bouwen moet je op zoveel mogelijk dagen met een matige inspanning 20 tot 30 minuten bewegen. het is dus belangrijk dat je regelmatig actief bent en je kan geleidelijk de duur en zwaarte van de inspanning verhogen. Ongeschikte sporten voor mensen met astma zijn sportduiken met perslucht en activiteiten op grote hoogte, zoals bergsport en parachutespringen.
Inspanningsastma houdt in dat je tijdens of na zware lichamelijke inspanning last krijgt van kortademigheid of piepen. Zware inspanning van 6 tot 8 minuten geeft de meeste klachten. Het optreden van inspanningsastma hangt samen met de temperatuur van de ingeademde lucht, het vochtgehalte er van en de zwaarte van de inspanning..
Om je klachten zo veel mogelijk te beperken kan je maatregelen nemen, zoals medicijnen inhaleren, een goede warming-up en bij koud weer inademingslucht voorverwarmen. Bepaalde medicijnen kunnen inspanningsastma voorkomen wanneer je ze ongeveer 10 tot 30 minuten voor het sporten inhaleert. Als tijdens het sporten de klachten terugkomen, kan je nog een keer inhaleren. Voor de warming-up moet je ongeveer 10 tot 15 minuten uittrekken. Dan wissel je lichte oefeningen (warmlopen) van enkele minuten af met rustmomenten, waarin je rekoefeningen kan doen. Inademingslucht voorverwarmen kan door zo lang mogelijk door je neus in te ademen of door een sjaal voor je mond te doen.
Ook is het belangrijk je trainer/coach en evt teamgenoten er van op de hoogte te brengen dat je astma hebt.

Het Astma Fonds heeft veel folders en brochures over diverse cara-onderwerpen, die je kan opvragen.
Als je nog vragen hebt over astma, chronische bronchitis of longemfyseem of over het werk van het Astma Fonds dan kan je ook gratis de Caralijn van het Astmafonds bellen (tel. 0800-2272596).