Konijnen

Inhoud

1 Waarom 
2 Wat is een konijn? 
3 Aanschaf 
4 Huisvesting 
5 Verzorging 
6 Voeding 
7 Ziekten 
8 Wilde konijnen 
9 Tamme konijnen 
10 Rassen 
11 Voortplanting 
12 Omgang met andere dieren 
13 Fokken 
14 Lichaamstaal 
15 Slotwoord 

1 Waarom 

Ik heb voor konijnen gekozen omdat ik het leuke en boeiende dieren vind. Eerst wou ik de EOD
(Explosieve Opruimings Dienst) als onderwerp, maar toen bedacht ik “waarom geen konijn? Ik heb er zelf één. ”(Sla de bladzijde maar om mensen….)

2 Wat is een konijn? 

Een konijn is een zoogdier. Dat wil zeggen dat de jongen levend geboren worden, en de moeder ze zoogt . Dat is melk drinken bij de moeder. Het konijn behoort tot de familie van de haasachtigen en wordt in het wild dan ook vaak aangezien voor een haas, terwijl er een heel groot verschil is. Een konijn leeft bij voorbeeld in een hol, terwijl een haas in een leger(soort kuil) woont. Ook is het konijn kleiner en heeft het kortere oren. Een konijn rent ook niet weg als er gevaar dreigt, het drukt zich juist met lichaam tegen de grond aan. Omdat het wilde konijn een schutkleur(onopvallende kleur) heeft, ziet het roofdier hem niet goed. Een haas gaat, in tegenstelling tot het konijn, keihard wegrennen terwijl hij naar links en naar rechts gaat(zigzaggen).

3 Aanschaf 

Voordat je een konijn gaat kopen, moet je eerst zeker weten of een konijn wel iets voor jou is. Je moet een konijn veel aandacht geven. Als je vaak en lang van huis bent, kun je beter twee konijnen kopen. Anders gaat het beestje zich alleen voelen. Maar twee mannetjes zullen, als ze na vier maanden geslachtsrijp zijn, gaan vechten. Vrouwtjes doen dit niet. Sommige dieren kunnen doodgaan van eenzaamheid! Als je een raskonijn(zie Rassen) wilt, kun je terecht bij een dieren speciaal zaak. 
Voor bastaarden(geen raskonijn) kun je terecht bij de gewone dierenwinkel. 

4 Huisvesting 

Een konijn moet ook ergens in wonen. Daarom kun je maar beter een hokje kopen, zodat hij niet kan weglopen. Een hok moet niet te klein zijn. 
Je konijn moet er ook een beetje bewegingsvrijheid in hebben. Sommige mensen houden zó van hun konijn dat ze zo’n hok te klein vinden. Sommigen van hen graven daarom kuikengaas in de grond zodat de konijnen niet weg kunnen komen door een gat te graven. Daarna gooien ze er grond op en zaaien er gras. In het midden maken ze een grote hoop grond en zaaien ook daar gras. De konijnen kunnen in die hoop zelf holletjes graven. Dit heet een”konijnenberg”. Wij hebben thuis een gewoon hok voor het konijn, maar ook een “ren”.Dat is een groot hok met meer ruimte om te lopen. In de zomer laten wij ons konijn in de ren. In de winter is het daar veel te koud voor. Sommige mensen laten hun konijn binnen wonen. Ze kopen dan een “binnenhok” en een “konijnentoilet”. Dat is een plastic bak met kattenkorrels erin. Je moet het konijn wel steeds nadat hij heeft gegeten erin zetten om zijn behoeften te doen tot hij het uit zich zelf doet.Zo kun je je konijn
wat meer “zindelijk” (zorgen dat hij niet meer zomaar overal plast en poept)maken. Konijnen zijn van nature(uit zichzelf) al heel zindelijk, maar toch moet je ze nog best veel dingen aanleren. In het volgende hoofdstuk vind je een lijst met dingen die een konijn nodig heeft in zijn huisje. Dus op naar de volgende bladzijde!

5 Verzorging 

Je moet er op letten dat het konijn altijd vers water en voldoende voer heeft. Het beste is als je elke dag zijn hokje schoonmaakt. Als je dat niet elke dag kan doen, moet je proberen op zijn minst elke week het hokje schoon te maken. Als je weg gaat, kan het konijn(mét voldoende water en voer) het best twee dagen uithouden in zijn eentje. Als je langer weg wilt, kun je het beste iemand op je konijn laten passen.

Hier is een lijst met dingen die een konijn nodig heeft:
*kooi met hooiruif
*drinkautomaat(als het konijn hier aan likt duwt het een stalen kogeltje omhoog waardoor er water langs kan)
*konijnenvoer en hooi 
*stro of strooisel als zachte bodem voor het hok 
*(voor als je het konijn binnen laat rondlopen)plastic schaal of bak met kattenkorrels erin als “konijnentoilet”
*slaap- en werpruimte 

6 Voeding 

Als basisvoedsel kun je het beste gewoon konijnenvoer (verkrijgbaar in de dierenwinkel) en hooi gebruiken. Je kunt af en toe een wortel als tussendoortje geven. Ook sla is oké. Maar van kropsla krijgt een konijn diaree. Daarvan kan een konijn doodgaan! Als je thuis een gazon hebt, kun je hem ook af en toe een beetje gras geven.
Wij geven ons konijn ook wel eens korstjes van het brood en de bladeren van knolselderij en wortels. 

7 Ziekten 

Een konijn zal niet snel ziek worden als hij geen erfelijke ziektes heeft en je hem goed verzorgt. Als je konijn ziek is, kun je hem het beste eerst naar de dierenarts brengen. Die zal dan verder advies geven. Soms komt het voor dat je het konijn moet laten inslapen. De dokter geeft hem dan een injectie waardoor hij pijnloos sterft. Het is toch droevig als je het konijn moet laten inslapen. Je verliest een soort vriend, een maatje. Als je konijn verzorgd moet worden, zal hij niet piepen of kermen maar hij kijkt heel zielig. 

8 Wilde konijnen 

Wilde konijnen hebben het moeilijker dan tamme konijnen. Zij hebben niemand die ze elke dag een bakje voer komt brengen. Zij moeten hun eten zelf zoeken. En dat valt niet mee! Ze moeten ook opletten of er geen gevaar dreigt. Daarvoor hebben ze een heel handig trucje: Ze gaan op hun achterpoten staan. Zo kunnen ze makkelijk over het gras kijken, en zien ze een roofdier makkelijk aankomen. Dit noemen we “zekeren”. Maar konijnen hebben ook een uitstekend gehoor. Dus als je denkt dat zo’n konijntje gewoon opeens kan worden aangevallen, heb je het flink mis! 

9 Tamme konijnen 

Eigenlijk weten jullie volgens mij wel wat een tam konijn is. Voor degenen onder ons die wat minder konijnenkennis hebben: een tam konijn is een niet-wild konijn. In de hoofdstukken ”huisvesting” en “verzorging” heb je al kunnen lezen hoe een goed hokje voor een konijn er ongeveer moet uitzien. In het hoofdstuk “voeding” heb je kunnen lezen wat een konijn mag eten. Maar een tam konijn moet je nooit alleen in de natuur vrijlaten! Hij zal niet weten wat hij wel en niet kan eten. Hij zou wel eens giftige planten kunnen eten en daarvan doodgaan! 

10 Rassen 

Dit hoofdstuk zal over konijnenrassen gaan. (Het kan me niet schelen welk ras een konijn is, ze zijn gewoon leuk. Maar ik moet je zoveel mogelijk over konijnen zien te vertellen)Een “raskonijn” is meer waard omdat hij uit twee konijnen van het zelfde ras is geboren. Een bastaardkonijn is uit twee verschillende rassen geboren, en is daarom minder waard. Mij kan het niet bommen of een konijn nou een raskonijn is of niet. Het zijn gewoon leuke dieren en ik zou niet meer van een konijn houden omdat hij “raszuiver” is. Maar ja, hier is een lijst met rassen. (jammer genoeg heb ik er geen foto’s en afbeeldingen erbij kunnen zetten)

De Chinchilla

De Chinchilla is er in twee soorten: de Groot Chinchilla weegt op z’n minst 4 kg en is daarmee een van de grootste soorten. De Klein Chinchilla weegt 2,25 tot 3 kg. Zijn vacht is aan de haarwortel blauw, op zijn buik wit en aan de bovenkant grijs met zwart gemengd.

Franse Hangoor

De Franse Hangoor is kort en smal. Met zijn bolle kopje en (grote) hangende oren maakt hij een grote indruk op mensen die hem voor het eerst zien. Mijn konijn is een Franse Hangoor en was nog heel klein toen ik hem voor het eerst zag in de winkel, maar nu is het een echte reus geworden! Hij komt voor in verschillende kleuren van bont tot wit. Hij kan 5 kg of meer wegen.

Vlaamse Reus

Iedereen kent de Vlaamse reus wel; het grootste konijnenras dat we (tot nu toe) kennen. 
Een jonge volwassen Vlaamse Reus weegt minimaal 6 kg. Zijn oren kunnen 17 tot 20 cm lang worden. Hij komt in ongeveer 13 (wat een geluksvogel hè) verschillende kleuren voor. 

11 Voortplanting

Een konijn krijgt ook kinderen, net als de mens.Een konijn kan vanaf de leeftijd van 12 weken al jongen krijgen(voortplanten). De paring duurt 15 seconden. Een vrouwtjeskonijn (voedster) is 28 tot 31 dagen zwanger. Als het konijn zwanger is, begint het meestal ongeduldig in het strooisel te krabben en bouwt het in de slaap- en werpkist (zie “verzorging”) een nestje van hooi. In deze tijd dat het konijn zwanger is, moet het mannetjeskonijn (ram) uit de buurt van het vrouwtje blijven. Ook als de jongen geboren zijn, kun je het mannetje beter uit de buurt houden. Hij bijt soms naar ze! Als de jongen volwassen zijn na 12 weken, kun je de ram weer erbij laten.

12 Omgang met andere dieren 

1.De hond

Opgave 1: Wennen aan de konijnenkooi

Hou de hond aan de halsband vast en breng hem naar de konijnenkooi. Als hij begint te blaffen als hij het konijn ziet, naar hem wijzen en streng zeggen:”foei!”Totdat hij niet meer blaft. 
Als hij niet meer naar het konijn blaft, hem moet je hem prijzen. Dit kan met een hondenkoekje of door hem te aaien.

Opgave 2: Lichaamscontact

Doe het konijn op schoot (niet als het konijn weigert op schoot te komen of ligt te rusten!) en houd de hond op ooghoogte met het konijn. Als het konijn op de grond zou zitten zou de hond denken dat hij de baas is en dat zou niet zo fijn voor het konijn kunnen zijn! Laat ze elkaar besnuffelen en likken. Als de hond agressief doet, naar hem wijzen en “foei!” zeggen en aan de halsband trekken. Anders prijzen.

Opgave 3: Samen rondlopen als ze elkaar verdragen

Laat het konijn in de kamer rondlopen en hou de hond aan de halsband vast houden en rustig tegen hem praten. Bij vriendelijk gedrag loslaten.
Als de hond achter het konijn aanrent, aan de halsband trekken,naar hem wijzen en “foei!” zeggen moet doen als de hond agressief. Dit doen totdat ze elkaar verdragen.

2. Kat

Opgave 1: Wennen aan de kooi

Laat de kat vrij in de kamer lopen. Aai hem en spreek aardig tegen hem. Als de kat zijn poot in de kooi wil steken om het konijn te vangen, moet je hem terechtwijzen (streng “Nee” zeggen) niet schreeuwen of opgewonden raken. Als de kat doorgaat, hem kort met water bespuiten.

Opgave 2: Lichaamscontact

Neem het konijn en de kat op schoot. Aai ze allebei. Laat de kat, als je het konijn hebt geaaid, aan je hand ruiken, en bij het konijn laat je hem aan je hand ruiken als je de kat hebt geaaid. Zo raken ze gewend aan elkaars geur zonder dat ze elkaar kunnen bijten en krabben.

Opgave 3: Samen rondlopen als ze elkaar verdragen

Hou de kat aan de lijn vast en loop naar de kamer waar het konijn rondloopt. Het moeilijke van deze opgave is dat het rondhuppende konijn het jacht- en speelinstinct van de kat aanwakkert. De kat zal het konijn willen vangen. Doe de lijn pas los als de kat niet meer achter het konijn aan wil lopen.

3. Ander konijn

opgave 1: Wennen aan de kooi

Eerst de kooien naast mekaar zetten. Later een konijn laten rondlopen in de kamer, ander konijn in de kooi laten. Als het konijn markeert (met zijn kin langs dingen wrijven om zijn geur achter te laten) hou hem dan niet tegen, want dit is normaal gedrag.

Opgave 2: Lichaamscontact

Neem beide konijnen op schoot, aai ze,en laat ze elkaar besnuffelen. Hou het dominante konijn(meestal het oudste en sterkste konijn) lichtjes vast, zodat je hem tegen kunt houden als hij gaat vechten met de ander.

Opgave 3: Samen rondlopen als ze elkaar verdragen

Laat ze beide samen rondlopen met veel ruimte om uit de weg te kunnen gaan; bij bijterijen het dominante konijn weghalen.



Als je een mannetje en een vrouwtje hebt, kun je konijnen fokken als je twee raskonijnen hebt krijg je een konijn van hetzelfde ras. Als je twee verschillende rassen hebt, krijg je een ander, misschien nieuw ras. 

13 Fokken 

Ja, ieder heeft zo zijn manieren om te fokken……………

Sommige mensen fokken voor de lol, anderen voor het geld. Als je gaat fokken kun je maar beter een hokkenbatterij van negen hokken kopen.

14 Lichaamstaal 


Ja ja, het is waar, konijnen kunnen praten. (niet dat ‘ie aan komt hupsen van:Yo baassie,hoe gaat ‘ie!)Ze gebruiken lichaamstaal. Als ze bijvoorbeeld aan je hand likken, dan mogen ze je(of je hebt je handen niet gewassen na het eten). Als ze knorren, dan zijn ze chagrijnig en willen ze met rust gelaten worden(effe een beetje privacy, mensuh). Als ze met de achterpoten op de grond stampen, dan is dit een dreiggebaar. Als je konijn met het staartje naar achteren en de kop en oren naar voren zit, is het nieuwsgierig, maar tegelijk ook waakzaam. Het stampen op de grond kan ook als waarschuwingteken voor andere konijnen dienen.

15 Slotwoord

Ik hoop dat je genoten hebt van dit werkstuk