De leeuw
Rijk : katachtige.
Afdeling: Gewervelde dieren.
Groep: zoogdieren.
Soortnaam: de leeuw.
inleiding
Ik heb dit dier gekozen, omdat ik de leeuw een mooi dier vindt en de “koning van de dieren is”. De mannetjes hebben een mooie manen kraag om zijn hals wat ik erg mooi vindt.
inhoudsopgaven
1. Beschrijving van het dier.
2. Milieu.
3. Voedsel.
4. Voortplanting.
5. Bijzonderheden.
6. hoe ben ik aan de informatie gekomen.
de Leeuw.
Uiterlijk van de leeuw.
Leeuwen zijn na tijgers de grootste katten. Jonge mannetjes hebben meestal gele bruine manen en oudere mannetjes herken je aan de donkere manen. Een jong mannetje krijgt manen als hij 3 jaar is, en het mannetje is veel groter dan het vrouwtje. Een volwassen leeuw kan wel 250 kilo wegen. De vacht van de leeuw beschermt zijn huid en houd de leeuw warm. De dikke zool en teenballen onder een leeuwenpoot lijken op kussentjes. Ze zorgen ervoor dat de leeuw erg stil kan bewegen en zorgt ervoor dat hij zacht neerkomt als hij rent en springt. Tussen de ballen en de haren zitten de nagels die je niet ziet, ze komen pas tot ze nodig zijn. Aan de staart van de leeuw kun je zien in wat voor humeur ze zijn. Als de leeuw boos is dan zwiept hij zijn staart heen en weer. Als de staart zachtjes heen en weer gaat is hij tevreden. Leeuwen kunnen ook heel goed zien, doordat hun ogen iets uit elkaar staan, kunnen ze goed inschatten hoe ver iets is. Hun ogen zijn geschikt om ’s nachts en overdag te zien. Hun ogen zijn groot als je dat met hun hoofd vergelijkt. ’s Nachts zien katten als zwart-wit, overdag zien ze wel kleuren maar niet zo goed als mensen. De pupillen van een leeuw staan wijd open, als hij bang is worden het spleetjes. Leeuwen kunnen goed horen, veel beter dan van een mens. Ze kunnen kleine dieren door het gras horen kruipen en zelfs in hun ondergrondse hol horen.
De samenleving.
De meeste grote katten leven alleen. Ze jagen alleen en de vrouwtjes zorgen voor hun jongen. Grote katten komen alleen bij elkaar om te paren, bij leeuwen is dat anders.
De leeuwen leven in familiegroepen, die we troepen noemen. Alle wilden katten hebben een territorium dat bestaat uit een jachtgebied, drinkplaatsen, uitkijkplaatsen, een hol waar de jongen verzorgd worden en wegen die naar die plaatsen toe leiden.
Waar leeft de leeuw?
Leeuwen leven in Afrika en ook in India. In Afrika leven ongeveer 50.000 leeuwen en in India minder dan 300. Ze leven op grasvlaktes waar een paar bomen en struikjes groeien. Zo’n grasvlakte wordt een savanne genoemd. In Afrika en India zijn de savanne van de dieren. In Afrika is de leeuw de koning van de dieren. In India is de tijger koning van de dieren. In India leven ook leeuwen in de woestijn. Zolang er dieren leven die de leeuwen kunnen eten kunnen ze het overleven. Er zijn een paar verschillen tussen de Indische en de Afrikaanse leeuw: de Indische leeuw heeft kleinere manen en meer haren die tussen zijn voor en achterpoten lopen. Daarnaast is hij zo’n 30 centimeter kleiner. Het grootste verschil zit het meest in het gedrag. Bij de Indische leeuw kan je dichtbij komen, omdat hij niet al te agressief is (dat komt omdat de dieren al jaren worden beschermd).
De leeuwin.
Een jagende leeuwin kan een snelheid van bijna 60 km per uur bereiken. Dat is heel snel, maar veel van haar prooien lopen harder. Een gazelle haalt wel 80 km per uur! Daarom hebben leeuwinnen iets bedacht om prooien toch te vangen: samen werken bij de jacht. Na een tijdje gaan de moeders jagen en dan laten ze de jongen bij de slechtste jager achter. Een soort oppas moeder. De leeuwinnen hebben een apart territorium waar de leeuwen op bezoek komen. Als de moeder dood gaat neemt de dochter het territorium over. De vrouwtjes jagen en delen alles: grond, prooi, en mannetjes. Hebben ze een prooi te pakken, dan eten eerst de mannetjes daarna de vrouwtjes en tenslotte de welpen (de jongen). De leeuwinnen zorgen gezamenlijk voor de jongen en helpen elkaar als ze ernstig gewond zijn. Sommige leeuwinnen hebben er veel plezier in om hen jongen van de éne schuilplaats naar de andere te brengen.
De jongen vinden het helemaal niet lekker om zo van de éne kant naar de andere kant van het veld te worden gesleurd. Om niet in de lurven gepakt te worden, rollen ze zich rond zodat de moeder ze niet kan pakken. De moeder laat zich gebruiken als klimpaal zonder maar een zuchtje te brommen. Leeuwinnen zijn niet zuinig met laten zien of ze andere leeuwen uit de groep aardig vinden. Ze likken elkaar vaak met grote likken van de tong of ze schuren eerst met hun snuit en dan hun hele lichaam tegen elkaar aan.
De groep: zo’n groep leeuwen bestaat uit een stuk of vijf volwassen vrouwtjes met hun jongen en een paar volwassen mannetjes. De mannetjes beschermen de vrouwtjes en de welpen, de vrouwtjes gaan op jacht. Alleen in kleine groepen leven de jonge mannetjes. Als een mannetje alleen leeft, jaagt hij ook alleen!
Het paren.
Als leeuwen willen paren, laten ze dat weten door geursporen. Het vrouwtje roept ook luid, in de hoop dat een mannetje naar haar toe komt. Vaak volgen meerdere mannetjes één vrouwtje, meestal wordt dat vechten, het mannetje dat wint gaat met het vrouwtje paren. In een groep leeuwen is één mannetje de baas. Zo voorkomt hij dat hij steeds moet vechten als een vrouwtje wil paren met hem. Veel grotere katten paren een paar keer per dag om er zeker van te zijn dat het vrouwtje zwanger is.
De welpen.
Een leeuwin is ongeveer 15 weken in verwachting. Als ze merkt dat haar jong geboren wordt, gaat ze weg bij de groep. Ze zoekt een veilige schuilplaats. Daar worden de jonge leeuwtjes geboren. Jonge leeuwtjes heten welpen. Er worden meestal 2 of 3 welpen geboren. Ze drinken bij hun moeder [want een leeuw is een zoogdier] Een welp weegt bij de geboorte ongeveer 1 tot 2 kg een welp wordt meestal blind geboren en wordt met een gevlekte vacht geboren. Als de moeder gaat jagen, dan verstopt ze haar jongen. De kleine welpjes zie je haast niet tussen het gras en de bladeren en takken. De jonge welpen groeien snel, ze kunnen al kruipen voor hun ogen open gaan.
Ze leren ook snel blazen om zich te verdedigen.
De moeder leeuw laat de welpen niet alleen omdat welpen heel snel weglopen. Bij gevaar grijpt de moeder leeuw haar jong in zijn bek.
De bek van een welp zitten in zijn nek. Zo brengt ze haar jong naar een veilige schuilplaats[dat doen katten ook]. Voor de jonge welpen valt er veel te ontdekken, maar ze leren snel. Na 6 maanden weten ze hoe ze zich moeten beschermen, welk voedsel lekker is en hoe ze dat moeten vangen. Ze begingen de taal van geuren en geluiden te begrijpen. Nog anderhalf jaar blijven ze in de buurt van hun moeder daarna verlaten ze de groep.
Hoe praten leeuwen tegen elkaar?
Leeuwengebrul is het luidste geluid dat katten maken. Het is zo hard dat alle katten in de buurt het horen. Leeuwen brullen na zonsondergang, na het doden en als ze klaar zijn met eten. Leeuwen maken minstens negen verschillende geluiden. Ze grommen ook naar elkaar als ze elkaar tegenkomen. Alle grote katten praten met elkaar. Ze laten elkaar weten hoe oud ze zijn, of ze man of vrouw zijn, hoe ze zich voelen en waar ze leven. Katten praten met signalen zoals geuren, krapsporen, en geluiden. De geuren komen van hun plas en geurklieren. Katten hebben geurklieren op hun kop en kin, tussen hun tenen en bij de staart. Elke keer als ze ergens tegen aan schuren, brengen ze hun eigen geur over. Katten maken veel verschillende geluiden, bijvoorbeeld leeuwen die in elkaar’s buurt zijn tjirpen, miauwen en janken naar elkaar. Leeuwinnen praten veel met hun jongen. De geluiden zijn zacht, zodat vijanden ze niet kunnen horen. Het zachtste en veiligste geluid is spinnen. Wetenschappers weten dat katten met elkaar praten, maar begrijpen nog niet veel van hun taal. Katten praten ook met lichaamstaal. (b.v. aan hun oren kun je zien hoe ze zich voelen en ze bewegen hun staart om te laten zien of ze opgewonden of vereerd zijn.)
De jacht.
De jacht wordt gedaan door de leeuwinnen. De leeuwinnen jagen in groepen. Eén van de leeuwinnen sluipt om het prooi heen. Tegelijk leiden de andere leeuwinnen de aandacht af. Ze latten zich duidelijk zien, zo omsingelen ze het dier. Dan rennen een paar leeuwinnen opeens op de prooi af. Die schrikt en rent de andere kant op om te vluchten. Maar daar staat die ene leeuwin op wacht, de zebra of gazelle rent zo in haar klauwen.
Leeuwen doden niet altijd hen prooi. Soms wachten ze tot andere dieren dat werk voor ze gedaan hebben. Als bijvoorbeeld en hyena een dier gedood heeft, maakt hij veel lawaai.Als de leeuwen dat geluid horen komen ze van kilometers ver aangerend, ze jagen de hyena’s weg en eten de prooi op. De prooi van vrouwtjesleeuwen is meestal zo groot zoals:
.Gazelle
.Antilopen
.Wrattenzwijnen
.Zebra
.Gnoe
De hele troep kan er van mee eten. Maar ze doden ook wel kleinere zoals:
.Hagedissen
.Vogels, ratten.
Door zijn opvallende uiterlijk is het mannetje minder goed in jagen, want ze kunnen hem met die manen al van ver zien aankomen. Veel mannetjes leven van het voedsel dat de vrouwtjes vangen. Zelf nemen ze haast nooit een kans om iets te vangen(negen van de tien prooidieren vangen de vrouwtjes)hoewel het mannetje haast nooit helpt bij de jacht, mag hij wel steeds als eerste van de buit eten.Hij sleept de prooi naar de schaduw, hij eet dan als eerst en als hij klaar is mogen de leeuwinnen en de welpen eten.
Tegen zonsondergang laten de leeuwinnen hun welpen alleen en dan gaan ze opjacht. Hun zandkleurige huid maakt ze onzichtbaar tussen de hoge dorre grassen. Een leeuw is een carnivoor of wel een vleeseter.
De bedreiging
Er is één probleem: alle grote katten worden met uitsterven bedreigd. Er wordt op hen gejaagd: o.a. hun tanden, boten, en andere lichaamsdelen, die in veel landen gebruikt worden als natuurgeneesmiddel. Daarom zijn nu wereldwijd veel beschermende gebieden waar grote katten kunnen leven. In Afrika en India leven leeuwen in de reservate