Chinchilla
Inleiding
De Nederlandse naam van de chinchilla is wolmuis. De chinchilla is afkomstig uit het Andes-gebergte in Zuid-Amerika.De chinchilla woont ginder in spleten en holen.
De chinchilla`s zijn grappige, opgewekte diertjes die oorspronkelijk leefde in Chili en Peru, in de hoger gelegen delen van het Andesgebergte in Zuid-Amerika. Ze klauterden hier over de rotshellingen en sliepen in hun holen. De chinchilla is nu in de vrije natuur praktisch uit gestorven.
Het kan daar zeer koud worden, vandaar heeft de chinchilla een dikke vacht. Die prachtige vacht heeft minder leuke gevolgen voor de chinchilla zelf. Chinchilla’s worden namelijk op industrieel niveau gefokt voor hun pels voor de zeer beroemde chinchilla mantels. De chinchilla laat een paar van de haren van zijn pels los als hij bang is of zich bedreigd voelt. Zo een pels heeft zeer veel haren dit komt doordat er uit één haarwortel wel 40 tot 120 haren zitten.
In het wild en als huisdier
In de natuur leven chinchilla’s in groep.Zo een groep bestaat uit 1 mannetje met enkele vrouwtjes met jongen. Als huisdier houd je ze best in een kooi. De grootte van deze kooi is ook van belang. Ze moet 68 cm hoog zijn, 70 cm breed en 46 cm diep. De kooi moet voorzien zijn met een bakje chinchilla zand. Een chinchilla wast zich namelijk in zand. Ook moet er een bakje met eten in staan en een drinkbus. De tanden van de chinchilla groeien snel, daarvoor moet je zorgen dat er in de kooi een knaagsteen of een knaagstang ligt. Je moet er voor zorgen dat de kooi op een plaats staat waar het 15 tot 20° is.