Olifanten

 

Inhoud:
1. voorwoord
2. de olifant
3. soorten olifanten en verschillen
4. waar leven ze?
5. voedsel,eten en drinken
6. natuurlijke vijanden
7. andere soorten/familie
8. weetjes

1. Voorwoord

Mijn werkstuk gaat over olifanten. Wie kent ze niet? Het zijn de grootste landdieren op aarde en hun lange slurf waarmee ze tetteren en water in het rond spuiten maakt hun tot bijzondere dieren. Er zijn nu nog twee soorten olifanten: de Afrikaanse en Aziatische olifant. Ik behandel ze allebei in dit werkstuk, want ze zijn bijna hetzelfde, hoewel ze niet tot dezelfde soort behoren. Ik hoop dat u het ook een leuk onderwerp vindt als ik.

2. De olifant

Olifanten zijn de grootste dieren op aarde. Het mannetje, een stier, weegt ongeveer 6000 kilo. Stieren zijn groter dan de wijfjes, de koeien. 
Olifanten leven in families. Ze leven in het wild in graslanden en bossen. De groep wordt meestal begeleid door het sterkste wijfje. De wijfjes blijven heel hun leven in de groep. 
De mannetjes doen dat niet, die verlaten de groep al als ze 12 tot 16 jaar oud zijn. 

Dan leven ze in groepen die alleen maar uit mannetjes bestaan. Soms sluiten volwassen stieren zich bij de groep aan die uit wijfjes bestaat. 
Een grote groep olifanten wordt een kudde genoemd. Het is een echt kuddedier en leeft samen met 6 tot 200 soortgenoten. De olifanten kunnen goed met elkaar overweg en zorgen goed voor elkaar. Maar ze drinken liever niet samen met andere dieren.
Olifanten verdedigen ook hun territorium zoals de hond en kat dat ook doen. Nou ja, de olifanten doen dat wel op een andere manier. Ze steken hun oren zijwaarts en laten snuivende en trompetterende geluiden horen om de vijand weg te jagen. 
Een echte aanval begint zonder waarschuwing. Ze houden hun slurf naar een kant en ze duwen hun slagtanden naar voren. Olifanten gebruiken de slagtanden ook om te helpen met eten en te zoeken naar zout in de grond. 
De slagtanden groeien hun hele leven door. Een olifant gebruikt de ene slagtand meer dan de andere, net als mensen, die zijn ook links of rechtshandig. 
Om eten beter te kunnen kauwen heeft de olifant grote tanden met scherpe randen. 
Hij heeft maar 4 van die grote tanden in zijn bek, maar in heel zijn leven krijgt hij er 24 in totaal. Ze wisselen ongeveer 5 keer. Het wisselen gaat niet zoals bij de mensen, dat de hele tand er in een keer uitgaat. Bij de olifanten brokkelt er ongeveer 1/3 deel van de tand af. 
Na ±3 keer is dan dus de hele tand eruit. Dan is er weer ruimte voor een nieuwe tand. 
Een enkele keer gebeurt het dat de tand er wel in 1 keer uitgaat, maar dan heeft de olifant waarschijnlijk kiespijn gehad. Als de laatste 4 afslijten kan hij niet meer kauwen en gaat hij dus dood. De tand is in het begin nog erg ruw en als hij glad wordt moet hij eruit, want dan kan hij niet meer goed malen.

3. Soorten olifanten

Er zijn twee soorten olifanten, de Afrikaanse en de Indische (de Indische olifant word ook wel Aziatische olifant genoemd). Er zijn heel erg veel verschillen tussen die twee olifanten. Zoals: 

Afrikaanse olifant Indische olifant
Slagtanden Lange slagtanden Korte of geen slagtanden
Oren Grote oren Kleine oren
Kop Rond kop Kop met twee bulten
Rug Holle rug Rechte rug
Nagels 4 nagels 5 nagels
slurf Slurf met twee vingers Slurf met één vinger

De verschillen tussen de Indische en de Afrikaanse olifant

De enorme Afrikaanse olifant is het grootste levende landzoogdier. Naast de Afrikaanse steppeolifant is er nog een iets kleiner ras: de Afrikaanse bos olifant.
De Indische olifant is ook groot maar niet zo groot als de Afrikaanse bos olifant. Afrikaanse stieren worden ongeveer 3,2 meter hoog en wegen ±5,25 ton. Indische stieren zijn ongeveer 2,70 meter hoog en wegen ±4,5 ton. 
De Afrikaanse en de Indische olifant leven totaal ergens anders. De Afrikaanse rassen bewonen de wouden en steppen van West-, Centraal- en Zuid-Afrika en de Aziatische soort is te vinden in de tropische regenwouden van India en in het verre oosten. 
De belangrijkste verschillen tussen beide soorten zijn: de Afrikaanse olifant is groter en zwaarder dan de Indische en ook de oren en slagtanden zijn groter. Verder is de huid van de Afrikaanse meer gerimpeld. De Afrikaanse olifant eet vooral veel planten en de Indische graast. U hebt in het vorige hoofdstuk ook een paar verschillen gezien tussen de Afrikaanse olifant en de Indische olifant.

4. Waar leven ze?

Vroeger kwamen olifanten in grote delen van Azië en Afrika voor. Vandaag is hun situatie heel wat minder rooskleurig.

De Afrikaanse olifant:
De savanneolifant vind je in oostelijk en zuidelijk Afrika, in zowel grasland als bosgebieden. De bosolifant leeft in het dichte tropische regenwoud van Centraal-Afrika en West-Afrika. De Afrikaanse olifant is het best vertegenwoordigd in Tanzania, Botswana en Zimbabwe, en ook nog in Congo, Gabon en de Democratische Republiek Congo. In de periode 1960-1980 is het aantal olifanten drastisch afgenomen, vooral in Oost- en Centraal-Afrika. In het zuiden houden de olifanten beter stand en neemt hun aantal soms zelfs toe.

De Aziatische olifant:
Aziatische olifanten zijn voornamelijk bosdieren die van een schaduwrijke omgeving houden. Ze voelen zich in verschillende bostypen thuis, als er maar voldoende voedsel en water te vinden is. . 
Ze komen nog voor in Bangladesh, Birma, Cambodia, China, India, Indonesië, Laos, Maleisië, Nepal, Sri Lanka, Thaïland en Vietnam. India telt de meeste olifanten (57% van alle Aziatische olifanten).. 





5. Voedsel en eten

Olifanten zijn de grootste landdieren en dat betekent dat een olifant genoeg voedsel moet vinden. Voedsel zoeken is ook een grote dagtaak van de olifant. Een volwassen mannelijke olifant eet maximaal 159 kg planten per dag, en hij kan wel achttien uur besteden aan het zoeken ernaar. Gelukkig eten olifanten veel verschillende plantensoorten. Wetenschappers hebben ontdekt dat olifanten tussen 100 en 500 verschillende soorten planten eten, afhankelijk van waar ze leven. Olifanten kunnen veel verschillende soorten planten eten omdat ze verschillende hoogtes kunnen bereiken. Met behulp van hun slurf kunnen olifanten gras van de gronde eten. Of met hun slurf omhoog om bladeren van bomen te eten. Ze gebruiken hun slurf ook om afgevallen vruchten te pakken of om boomschors, die ze met hun slagtanden losmaken, af te scheuren. Zodra een olifant iets eetbaars met zijn slurf heeft gepakt, brengt hij het naar zijn bek. Daar kauwen vier enorme kiezen (twee in elke kaak) het voedsel fijn, waarna het wordt door geslikt. Het voedsel beweegt in 22 tot 46 uur door het lichaam. De uitwerpselen zijn nog voor 60% onverteerd.
Olifantenmest is voedsel voor vele kleinere dieren en is een uitstekende meststof voor de bodem van vlaktes en bossen waar olifanten leven. Olifanten hebben erg veel voedsel nodig dat ze bijna elk uur dat ze wakker zijn eten. De kudde is bijna de hele dag aan het kauwen en ook vrijwel de hele nacht . ze slapen slechts 2 of 3 uur rond het middaguur (het heetste deel van de dag), of vlak na middernacht. 

Drinken

Olifanten drinken veel water een volwassen Afrikaanse olifant kan maximaal 190 liter per dag drinken. Een olifant drinkt door met zijn slurf water op te zuigen en dan in zijn bek te spuiten. Olifantenkuddes lopen meestal minstens een keer per dag naar een plek met water maak kunnen meer dan twee weken zonder water. Ze hebben een voorkeur voor waterpoelen met grote hoeveelheden zout en anderen mineralen. Olifanten kunnen ook erg goed zwemmen ze kunnen maar liefst 48 km achter elkaar zwemmen, hun slurf dient dan als snorkel.

6. Natuurlijke vijanden

sterker dan leeuwen
Rustig trekken de olifanten door de vlakte. Plotseling staan ze stil en steken allemaal hun slurf in dezelfde richting omhoog: er komen leeuwen aan! Een deel van de vrouwtjes gaat in een kring om de jongen staan. De andere volgen opgewonden de leidster. Met wijde uitstaande oren en onder luid trompetter vallen ze aan. De leeuwen maken dat ze weg komen.

Geen enkel roofdier durft een gevecht aan met een volwassen olifant. Alle dieren hebben een heilig ontzag voor de sterke slurf en de slagtanden van de olifanten.
Uit ‘’olifanten rustige reuzen’’ 

Olifanten hebben geen natuurlijke vijand de grootste vijand is de mens.
Mensen maken sieraden van de ivoren slagtanden en verkopen ze.

7. Andere soorten/familie

Klipdassen zijn wat aparte dieren in de indeling van het dierenrijk. Ze lijken op de Alpenmarmotten, maar behoren tot de hoefdieren en hun naaste verwanten zijn olifanten en zeekoeien.

Afrikanen noemen de klipdas wel ‘het kleine broertje van de olifant’. En dat terwijl een klipdas zo groot is als een konijn en zelfs niet op een olifant lijkt! Toch zijn ze familie van elkaar. Ook de zeekoe is verwanten van de olifant, al lijken ze meer op robben.

Zeekoeien zijn een orde van zoogdieren. Ze zijn waarschijnlijk het nauwste verwant aan de olifanten

8. Weetjes

Weetje dat een olifant een huid van wel 2 centimeter dik heeft. Een echte dikhuid, dus!

Weetje dat een volwassen mens anderhalve kilo hersens heeft, een olifant minstens vier!?

Weetje dat een olifant het record heeft van de "langste bovenlippen" want dat is bij hem de onderkant van de slurf.

Weetje dat het gewicht bij de geboorte van een baby olifant het gewicht heeft van een sumoworstelaar!?

Weetje dat er zo’n 300 soorten olifanten zijn geweest!?

Weetje dat een volwassen stier zo’n 4 tot 7 ton weegt!?

Weetje dat het record van de langste slagtanden 3.49 meter is!?