Epilepsie
Wat is epilepsie?
Epilepsie is een verzamelnaam voor allerlei verschijnselen die ontstaan door korte storingen in de functie van de hersenen. Die storing uit zich in een aanval. Soms zijn de verschijnselen zo licht dat je een aanval bijna niet kunt zien, en soms zijn ze zo heftig dat een ziekenhuisopname noodzakelijk is. Als er geen aanval is functioneren de hersenen van iemand met epilepsie net zoals die van ieder ander.
Na één epileptische aanval kan je nog niet zeggen dat iemand epilepsie heeft, daarvoor moeten de aanvallen binnen een jaar met enige regelmaat terugkomen.
In Nederland heeft ongeveer 1 op de 150 mensen epilepsie. Het kan op elke leeftijd beginnen, maar meestal komt de eerste aanval als je tussen de 10 en 20 jaar bent. Het komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen.
Oorzaken van epilepsie
Epilepsie kan ontstaan door een groot aantal verschillende aandoeningen. In ruim de helft van de gevallen kan nog geen oorzaak gevonden worden. De epilepsie noemt men dan idiopathisch.
Epilepsie wordt symptomatisch genoemd als een hersenbeschadiging de oorzaak is.
Epilepsie kan ontstaan voor of tijdens de geboorte. Een infectie of ziekte tijdens de zwangerschap, een aangeboren hersenafwijking of zuurstofgebrek tijdens de geboorte kunnen later epilepsie tot gevolg hebben.
Epilepsie kan ook het gevolg zijn van een hersenbloeding, hersentumor of hersenbeschadiging na een ongeluk. Een veroorzaker kan ook een ernstige ziekte zijn, zoals hersenvliesontsteking.
Soms is alleen een verhoogde aanleg de oorzaak. De drempel om een aanval te krijgen is dan laag. Als daarbij één of meerdere andere oorzaken optreden, is de kans op epilepsie groter dan bij iemand zonder erfelijke aanleg.
Hoewel duidelijk is dat erfelijkheid een rol kan spelen, bestaan hierover nog veel vragen. In de meeste gevallen hebben mensen met epilepsie meer dan gemiddeld kans om een kind met epilepsie te krijgen. In welke mate deze kans verhoogd is, kan wetenschappelijk vaak nog niet precies worden berekend. Sommige vormen van epilepsie zijn sterker erfelijk bepaald dan andere.
Epileptische aanvallen
Hoe aanvallen ontstaan is best ingewikkeld, dus ik ga het heel makkelijk aan jullie uitleggen…
Vanuit de hersenen worden boodschappen verstuurd, waardoor het lichaam bepaalde dingen doet. Als je bijvoorbeeld een lekker koekje ziet liggen die je op wilt eten, geven de hersenen de boodschap: til je arm op en pak dat koekje. Vanuit de hersenen wordt deze boodschap doorgegeven aan de armspieren. Deze boodschap wordt doorgegeven van de ene aan de andere hersencel, dat zijn er vele miljoenen. Dit doorgeven wordt de overdracht van signalen genoemd.
Bij een epileptische aanval gaat er iets verkeerd met de overdracht. Normaal wordt deze overdracht in de hand gehouden, de hersenen kunnen boodschappen van de ene naar de andere hersencel laten gaan, maar ze kunnen dit ook weer laten stoppen. Bij een epileptische aanval is deze balans verstoord, want de hersenen kunnen er niet voor zorgen dat de overdracht van signalen stopt. Omdat de overdracht niet wordt geremd worden steeds meer signalen doorgegeven. Het is alsof er kortsluiting in de hersenen is. Door deze kortsluiting verliest iemand tijdelijk de controle over zijn lichaam of een deel van zijn lichaam. Soms duurt een aanval een paar seconden, soms een paar minuten. Daarna houdt de kortsluiting meestal vanzelf op en stopt de aanval.
Soorten aanvallen
Epileptische aanvallen zijn te verdelen in twee hoofdcategorieën, namelijk partiële en gegeneraliseerde aanvallen.
Bij partiële aanvallen is er een stoornis in een bepaald gedeelte van de hersenen. De verschijnselen zijn heel verschillend, dat hangt af van in welk deel van de hersenen de stoornis is. Soms kan een partiële aanval overgaan in een gegeneraliseerde aanval.
Bij gegeneraliseerde aanvallen is er tegelijk een stoornis in allebei de hersenhelften. Er is dan altijd een stoornis van het bewustzijn, dat wil zeggen dat mensen zich niet meer herinneren wat er tijdens een aanval is gebeurd.
Eerste hulp bij epilepsie
Bij de meeste soorten aanvallen is eerste hulp niet nodig. De aanval houdt dan vanzelf weer op binnen enkele minuten. Meestal heeft ingrijpen bij een aanval geen zin, omdat het bewustzijn van de persoon is verminderd reageert hij toch niet. Het is wel belangrijk om gevaarlijke situaties die tijdens een aanval kunnen ontstaan, te vermijden. Bijvoorbeeld als iemand een aanval krijgt en gaat lopen zonder goed uit te kijken. Je moet hem dan voorzichtig weghouden bij gevaar, zoals een drukke straat of de waterkant. Als een aanval langer duurt dan 5 minuten moeten geneesmiddelen gegeven worden.
Wat is er aan epilepsie te doen?
Als het na onderzoek zeker is dat iemand epilepsie heeft, worden er meestal bepaalde medicijnen voorgeschreven. De medicijnen kunnen epilepsie niet genezen, maar ze kunnen wel helpen om te zorgen dat iemand veel minder of helemaal geen aanvallen meer krijgt. Sommige mensen merken dat de kans op een aanval groter is dan ze iets heel spannends gaan doen. Of als ze in een heel fel licht zitten. Als iemand dat van zichzelf weet, probeert hij zoiets natuurlijk te voorkomen. Maar de meeste mensen moeten toch pillen slikken. Het duurt soms een hele tijd voordat een arts heeft ontdekt welk medicijn het beste voor iemand werkt. Want de medicijnen helpen dan wel om aanvallen tegen te houden, maar ze hebben soms ook vervelende bijwerkingen, zoals jeuk of misselijkheid. Er bestaan zulke ingewikkelde vormen van epilepsie dat de mensen die eraan lijden een tijdje in het ziekenhuis opgenomen moeten worden, zodat de artsen erachter kunnen komen welk medicijn het beste werkt. In sommige gevallen kun je aan epilepsie geopereerd worden, maar in Nederland komen hiervoor nog maar heel weinig mensen in aanmerking.